Herfst

Spinnenwebben worden zichtbaar
door de natte ochtenddauw.
Als kristalheldere parels
in de frisse ochtendkou.
En de zon haast doorgebroken,
weerkaatst straaltjes op het rag.
En je ruikt de klamme geuren
van een fraaie herfstdag.

Het is windstil en de veldslak
laat een spoor na op het pad.
Op de straat zie je de kleuren
van het afgevallen blad.
In de tuin staan bolchrysanten,
elfenbankjes in het mos.
Egels gaan snel ‘winterslapen’
op het veld en in het bos.

Boven omgeploegde akkers
hangt een grijze nevel laag.
Hangen roestig bruine blaadjes
aan een lange beukenhaag.
Zie je trekvogels vertrekken,
want straks wordt het hier te guur.
Veel insecten zullen sterven.
‘t Is de wet van de natuur.

Eiken en kastanjebomen
zitten vol met rijpe vrucht.
Kijk ik naar mijn eigen adem
in de kille ochtendlucht.
Dan zit ik me af te vragen:
‘Laat God door de mist misschien
op die wondermooie herfstdag
ons Zijn eigen adem zien?’

© Hans Cieremans