De barmhartige Marokkaan

Ik was eenzaam en verlaten
en ik vroeg de dominee:
‘Wilt u met me komen praten?’
Maar hij zei: ‘Dat valt niet mee.
Kijk maar eens in mijn agenda.
Ik zit vol tot donderdag.
Donderdag dan kan ik pas ja.
‘k Schrijf dat op hoor, als dat mag?’

 Toen ben ik mijn vriend gaan bellen:
Of hij even voor mij had?
Maar voordat ik kon vertellen,
zei hij: ‘Stop, ik heb al wat.
Ik kijk nu in mijn agenda,
ik zit vol tot donderdag.
Donderdag dan kan ik pas ja.
‘k Schrijf dat op hoor, als dat mag?’

 Een collega dan proberen,
of hij bij me komen wou.
‘k Kreeg als antwoord: ‘’k moet studeren,
maar ‘k beloof je, ik kom gauw.
Wacht, dan pak ik mijn agenda.
Ik kan wel op donderdag.
Donderdag dan kan ik pas ja.
‘k Schrijf dat op hoor, als het mag?’

 Ik ben op mijn fiets gaan rijden.
Ik was ziek van eenzaamheid.
Niemand toonde medelijden.
Men had donderdag pas tijd.
Eenzaam reed ik door de straten
toen een medefietser vroeg:
‘Wat heb jij zeg, wil je praten?
Kom stap af,’k heb tijd genoeg.’

 Ik moest wel een beetje schrikken.
Waar kwam deze man vandaan?
Hij zei: ‘Ik herken uw blikken,
ik heet Achmed Marokkaan.’
Hij nam tijd en zonder haasten,
sprak ik vrij van mijn verdriet
Deze man die bleek ‘mijn naaste’,
een barmhartig Islamiet.

© Hans Cieremans